maandag 11 januari 2016

Maandag 11 januari Prambanan en nog meer tempels

Vandaag weer cultuur. Het was heerlijk rustig bij de Prambanan tempel en bij de andere tempels was er niemand.


Zondag 10 januari naar de vogeltjesmarkt

Op zondagochtend naar de vogeltjes markt, dta klonk heel goed. Eerst gingen we langs op een batikatelier en zagen het batik proces, 



daarna dus de vogeltjes markt. Het was een drukte van belang. Overal kooien en vogels. Dat was wat http://onderdesintjan.blogspot.co.id/2016/01/zaterdag-9-januari-2016-cultuur-en.htmle verwachten, maar er lagen ook slangen, kameleons, uilen puppies, kittens, poezen, hagedissen, bijen, wurmen, alle soorten vissen en nog veel meer. Vooral voor de hindjes, aapjes en poezen vonden we het heel zielig.




Daarna kwamen we op de markt. Daar was het zo druk (alle Indonesiers hebben vrij op zondag), dat we snel naar een andere plek vertrokken.

zaterdag 9 januari 2016

Zaterdag 9 januari 2016 cultuur en natuur rond Jogjakarta: Borobudur en Merapi


Vandaag gaat het gebeuren, we gaan naar de Borobudur, 1 van de 7 wereldwonderen aanschouwen. Nanang rijdt ons over het platteland naar de Borobudur. Als we aankomen staan er drommen mensen voor. Ook de Indonesiërs willen de Borobudur zien. Als toerist krijg je een 'special' price €20, in plaats van €3,50 voor de Indonesiër. Maar ja, dan zie je wel een wereldwonder. In drommen lopen we op de tempel af. In de gids stond dat je eerst rond het complex moest lopen en vooral niet de hoofdingang nemen. Als wij linksaf slaan, lopen we al snel alleen, iedereen gaat via de noordingang. Het is erg mooi, vooral als je bedenkt dat dit al 800 na chr. is gebouwd, toen jaagden onze voorouders nog met een pijl en boog en woonden in een lemen hut. We hadden heer meer westerlingen verwacht, maar het is voor hen laagseizoen, we zien maar twee Amerikanen.






Daarna gaan we naar de vulkaan Merapi die in 2010 nog een enorme uitbarsting heeft gehad. We stappen over n een jeep en rijden over totaal verwoeste wegen. Het is meer balanceren op een stijgerend paard dan zitten in een auto. In vijf jaar is er wel gras gaan groeien, maar alle bomen zijn verbrand. Mensen mogen niet meer in het gebied wonen, de vulkaan is nog steeds actief. De totaal verwoeste dorpen zijn nu museum, de een zijn dood, de ander zijn brood.




's Avonds zijn we naar een heel mooi restaurant gereden door Nanang. In het restaurant speelt een band muziek van de Beatles. Hier mag er van de lokale overheid geen bier geschonken worden. De kaart op Internet blijkt achterhaald, daar stond wel bier op. Sjaak vraagt dan jus d'orange en merkt op: "you do'nt sell beer anymore?". Dan komt er een verrassend antwoord: "yes we do sell beer". Sjaak verandert zijn drank in bier. Als het bier komt, is de fles in een witte zakdoek gewikkeld, zo kan je niet zien dat er bier in zit. Het lijkt de drooglegging van Amerika wel.
We hebben heerlijk gezeten en genoten van het eten.

vrijdag 8 januari 2016

Vrijdag 8 januari Jogjakarta

Na een geweldig ontbijt nemen we een duik in het zwembad. Daarna brengt Nanang ons naar de stad. Daar aangekomen spreken er veel mensen Engels. Dat is wel een verschil met de Molukken. Het is nu laagseizoen, maar er lopen toeristen genoeg. Tot vier keer toe wordt ons verteld dat het paleis van de sultan gesloten is en dat het toeristenbureau ook dicht is. Daarom moeten we naar een batiktentoonstelling en geven zij aan welke. We geloven de eerste een heel klein beetje en balen dat het paleis dicht is. Echter we zouden naar een tentoonstelling moeten die er maar heel kort is, dat lijkt niet te kloppen. Dus lopen we toch naar het toeristenbureau dat gewoon open is en waar een alleraardigste dame ons een kaart van Jogja geeft en ons vertelt hoe we bij het paleis moeten komen. Vervolgens wordt ons nog drie gemeld dat het paleis dicht is omdat het de gebedsdag van de sultan is. Ook het paleis blijkt gewoon open. Het is heel groot en we lopen wat rond.

Nanang brengt ons weer terug. Hij spreekt Nederlands en is getrouwd met Joan een Nederlandse die ons bijpraat over de gebruiken hier.





7 januari van Ambon naar Jogjakarta

Voor dag en dauw zijn we op weg naar de luchthaven. Het is nog heel donker. Om half zes zijn e op de luchthaven. Het is al een drukte van belang. Exact om half acht stijgen we op naar Makassar. Op Makassar is het weer wachten. Om kwart over drie zijn we uiteindelijk op de luchthaven in Jogjakarta. Hier is het tijdsverschil met jullie 6 uur, twee uur  minder dan op de Molukken. Nanang, de eigenaar van de b&b die we geboekt hebben staat ons op te wachten. In een uur zijn we bij ons laatste overnachtingsadres. We zullen hier blijven totdat we volgende week naar huis gaan.
Het is er prachtig, grote tropische tuin, zwembad en maar 4 kamers. Het ligt 5 km van Jogja. Omdat Nanang ons haalt en brengt, is de afstand geen enkel probleem.
'S avonds eten we in een restaurant in het dorp. Er is een soort karaoke aan de gang. We lachen en klappen maar mee.

woensdag 6 januari 2016

Woensdag 6 januari van Kei Cecil naar Ambon

Vanochtend komt de zoon van Mama Tita ons om elf uur ophalen. We nemen afscheid van een leuke plek.





Op de luchthaven aangekomen zijn we veel te vroeg. Er zijn geen stoelen om te zitten, na een uur gaat de balie open en checken we in. Het vliegtuig vertrekt weer een half uur te vroeg, dat is boffen. Om half vijf zijn we weer in hetzelfde hotel in Ambon en gaan wat eten en drinken, in het vliegtuig was er niets en op de luchthaven alleen thee.
Morgen verder naar Jogjakarta. Net een berichtje van het hotel waar we heengaan gelezen dat ze ons van de luchthaven ophalen. Fijn, dan komen niet alle taxichauffeurs op ons afgehold.

Dinsdag 5 januari met de bemo naar de stad

Om negen uur vertrekken we naar de markt in de stad. We proberen in een bemo te komen. Alle bemo busjes die langskomen zitten meer dan vol. Na een kwartier zijn we het zat en lopen een stukje. Dan komt er een man op ons af of we ojek (brommertaxi) willen. We happen toe en even later zitten we allebei bij iemand achterop. Een half uur later zijn we bij Tual in de markt. De markt is echt heel groot. We kopen alleen wat fruit. In jogjakarta waar we donderdag heen gaan, zullen we inkopen doen voor thuis. We hadden in dit vliegtuig immers al overgewicht.



Vervolgens nemen we een bemo die ons naar de tweelingstad aan de andere kant van het water brengt, Langgur. Daar stappen we weer bij de KFC uit voor onze dagelijkse ijscappucino. Dan gaan we door naar de markt van Langgur, daar zouden we een bemo kunnen vinden terug naar onze onze penganipan. Deze markt is veel kleiner en al snel stappen we in een bemo die zegt naar ons dorp te rijden. Echter de bemo blijkt totaal de verkeerde kant op te gaan, we eindigen weer in Tual op de markt en dan komt de aap uit de mouw. De man wil ons als charter naar ons dorp brengen voor een hoge prijs. We dingen af en voelen ons genept, want eigenlijk hebben we nu een taxi in plaats van een bus en zijn we weer terug bij af en dus voor niets naar Langgur gegaan. Maar ja, zeg dat maar eens op z'n Indonesisch. Als we onderweg zijn doet de chauffeur alsof hij ons niet begrijpt. Hij wil ons maar naar een ander dorp brengen en dan natuurlijk twee keer geld vangen: het geld dat we afgesproken hebben en het geld om ons vanaf de verkeerde plek op de goede plek te brengen. Bij elke kruising wil hij een andere richting op en vraagt meer geld. Wij zeggen niets meer, gelukkig weten we door de brommerritten zelf goed de weg. Zoveel wegen zijn er niet als je eenmaal de stad uit bent. Als we onze eindbestemming naderen begint hij steeds lelijker te doen. En geeft aan te willen stoppen. Marjon wordt dan heel kwaad en zegt in het Nederlands tegen hem dat we naar de politie zullen gaan. Toeristen staan onder bescherming van de politie. Zeker op dit eiland waar ze heel graag meer toeristen willen hebben. De man staakt het verzet en brengt ons naar het dorp.
In onze penganipan (b&b) is de rust teruggekeerd. Iedereen is weg. Alles is weer voor ons.

Maandag 4 januari naar het zuiden van Kei Cecil

S ochtends staat de brommer weer op ons te wachten en rijden we helemaal naar het zuiden van het eiland. Het wordt steeds rustiger en de weg wordt slechter. In het noorden zijn allemaal nieuwe wegen, in het zuiden zijn geen wegen. Een weg is daar een zand of grindpad. Een brug is daar planken aaneen geregen. Het is een lange rit en het hey mister gehalte heel hoog. Kinderen komen naar de weg gehold en zwaaien naar ons. Het is een leuke rit.


Aan het einde van de rit rijden we langs de hoofdstad van het eiland Langgur en halen bij de KFC weer een heerlijke ijscappucino. Dan is het al weer siesta tijd
In de middag rijden we nogmaals naar Ohoidertawun, en leuk dorp. Er is daar een familie uit Papoea en natuurlijk gaan we weer op de foto, meerdere malen van alle kanten. Ze vragen naar mijn facebook om de foto's op te sturen en ook of ik nog vrijgezelle Nederlanders weet die geïnteresseerd zijn in een vrouw, dus als iemand geïnteresseerd is, laat het me weten en ik breng je via facebook in contact met de vrouw van je leven. Wij krijgen allebei een heerlijke kokosnoot. Daarna gaan we terug.
Bij Villa Monica is mama Tita bezig de kamer naast ons te luchten en schoon te maken. Het is gedaan met onze rust, er komen nieuwe gasten. Wij gaan direct weer weg om een bad in zee te nemen. Als we terug komen zijn er 4 gasten gearriveerd, een Nederlander met zijn Indonesische vriendin en een Italiaans stel. Ze breng veel herrie, maar ook leven in de brouwerij mee. Als we met hen kennis maken, komen er nog vijf binnengewandeld. Er is nog maar plaats voor drie. Vervolgens zit de hele boel stampvol. Mama Tita roept hulptroepen aan. Het eten is wat minder overvloedig dan anders, maar iedereen komt ruimschoots aan zijn trekken. De badkamer moeten we nu dus delen, evenals de huiskamer. Onze spullen die in het hele huis liggen, halen we naar onze slaapkamer. De avondmaaltijd verloopt heel gezellig met zoveel aanspraak.
De Pelni boot blijkt aangemeerd te zijn en een handje vol toeristen te hebben meegebracht. Het eiland zit met 30 gasten echt al vol.

Zondag 3 januari rustdag

Vandaag kunnen we geen brommer huren. De mensen gaan naar de kerk net als met nieuwjaar. Dat is ook niet zo erg na de kerk is het wel weer feest aan het strand en dan gaan we daar heen. Hopelijk hebben we maandag wel weer een brommer. 'S ochtends hebben we het strand nog voor ons alleen. Tenminste niemand die naar ons kijkt, denken we. Als we in zee zitten, komen er een stel jongens op ons af die meteen met ons op de foto willen. Een van hen steekt de middelvinger op achter Marjon's rug en voor haar buik. Dat was zondag ook al een keer gebeurd met die ogschoten jongens die flink willen doen. We hebben afgesproken dat niet meer te laten gebeuren en als we dat zien vliegen we ook direct los en zeggen niet op de foto te willen. Ze begrijpen wat er aan de hand is en bieden hun verontschuldigingen aan. Op de foto gaan we niet meer met hen.
Onze penganipan (b&b) is vlakbij het strand. We lopen heen op de onverharde weg langs het strand. De mensen zijn een stuk nuchterder dan zondag en we wanen ons even vrij, niemand wil met ons op de foto. Wat een rust. Echter als we terug over het strand lopen, zijn we weer attractie nummer 1. Alle jeugd komt op ons afgerend, Marjon krijgt weer baby's in de handen en foto na foto wordt gemaakt. VIP zijn is niet alles.


Terug in onze penganipan staat daar kip, patat en mayonaise met kommersalade op ons te wachten. Normaal zijn we er niet zo'n voorstander van dit menu, maar na weken allen rijst, vinden we het een keertje heerlijk.



Zaterdag 2 januari rondrit Kei Cecil

Een brommer huren is niet zo simpel met de feestdagen, niemand kan hem kwijt. Maar ja we willen toch wat van het eiland zien en waar wij zitten gaat geen openbaar vervoer. Maar voor de zaterdag is het gelukt. We rijden naar de hoofdstad Langgur, de eilanders hebben ons verteld dat dit een echte stad is. Het is niet groot, grootte Zoeterwoude, maar ook alle gemakken van Zoeterwoude: supermarkt, pinautomaat. Bovendien is er nog een Kentucky Fried chicken waar ze ijscappucino en cappucino hebben.


Ook de airco is stiekum wel even lekker. Hier op de Keis is het echt heter dan op de andere plaatsen waar we zijn geweest. Het ligt hier zover naar het oosten dat we hier aan het begin van de regentijd zitten en dat maakt dat de luchtvochtigheid ook hoger is. Het valt verder wel mee met de buien, soms vroeg in de ochtend en 's avonds als wij op onze veranda zitten.
Tussen de middag zijn we weer bij Mama Tita en krijgen een heerlijke gebakken vis met komkommer, gekookte aardappel! en rijst. Ook al zijn we niet gek op gekookte aardappels, het smaakt goed bij elkaar.
'S middags rijden we naar Ohoidertawun, een heerlijk rustig dorp. Daar zijn een paar mensen van Jakarta en de Keis samen een promotiefilmpje over de Kei eilanden aan het maken. Het is op dat moment eb en het strand is echt een paar honderd meter breed. Het ziet er mooi uit, zeker voor een filmpje. Ze doen dat met een drone de een camera heeft.
Om vijf uur zijn we weer terug.

Vrijdag 1 januari Langgur

Het strand is werkelijk prachtig. Zulk poederzand hebben we nog nergens meegemaakt. Alleen is ook dit prachtige strand volgegooid met afval en dat is wel jammer. 'S ochtends zijn we nog de enige op het strand. Als we 's middags een strandwandeling naar het volgende dorp willen maken, is het een drukte van belang. Overal harde muziek, kraampjes en mensen aan het dansen. Ook nemen ze stevig in, bier. Het nieuwjaar wordt uitbundig gevierd. Iedereen wil met ons op de foto.

Als we bij het volgende dorp aankomen, komen we bij de Coaster cottages nog 2 westerlingen tegen, maar die blijven in hun eigen guesthouse en wagen zich niet tussen de feestende Molukkers. Op de terugweg blijven we ergens staan om een beetje te praten met handen en voeten. Sjaak krijgt meteen bier aangeboden. Het lijkt de kermis wel, als ik geen bier wil, is er ook niets anders voor mij. We hebben dikke vrienden gemaakt. Verderop vragen mensen of we mee willen dansen, ook dat doen we. Kortom we vermaken ons prima. We voelen ons een echte Vip, ontelbaar zijn de keren dat men met ons op de foto wil. We voldoen aan elk verzoek.
Marjon krijgt baby's in haar handen gedrukt die daar niet op zitten te wachten, maar de ouders willen graag een foto van de baby met mister, zoals ze zowel Sjaak als Marjon noemen.




Donderdag 31 december Langgur (Kei eilanden)

Op de luchthaven blijken we maar 15 kg pp te mogen hebben in dit vliegtuig. Sjaak heeft 14,6kg, maar Marjon 19,6 kg. Door bij te betalen mag alles mee. De vliegtuigen gaan nooit op tijd, maar deze keer beleven we een unicum, drie kwartier te vroeg hangen we al in de lucht. Sometimes they go earlier, sometimes they go later, somtimes they do'nt go.

Bijschrift toevoegen


In Langgur aangekomen vliegen de taxi chauffeurs op ons af. De prijs die de eerste chauffeur die op ons afkomt vraagt, is twee keer zo hoog als op Ambon, nog steeds niet veel, maar ze hoeven ons niet uit te melken. De afstand is korter dan op Ambon Dus proberen we te pingelen. De man reageert nogal agressief en zegt dat we gratis willen. Marjon heeft er genoeg van en begint met een andere chauffeur de onderhandelingen. De uiteindelijke prijs is wel hoger dan op Ambon, maar wel redelijk. Dus laten we de vervelende taxichauffeur in zijn hempie staan. Als wij en onze bagage in de taxi zitten vliegt de eerste taxichauffeur onze huidige taxichauffeur aan en geeft hem een flinke linkse en dan een rechtse. De huidige taxichauffeur weet niet goed hoe hij zich moet verdedigen. Allerlei anderen komen nu aangerend en proberen de eerste taxichauffeur in bedwang te houden. Het valt niet mee, hij blijft boksen. In de auto kijken wij alles verbijsterd aan. Het is stikheet en we weten niet wat te doen. Dan komt er politie en beide chauffeurs worden meegenomen. De eerste taxichauffeur nog steeds witheet. We wachten een tien minuten in de auto en dan stapt Sjaak eruit om polshoogte te nemen. De temperatuur is intussen ver over de 40 graden. Een derde chauffeur komt op Sjaak af en vraagt of hij hem zal vervoeren. Sjaak stemt toe en terwijl we de andere chauffeurs niet zien, worden onze koffers overgeladen en rijden we weg.
We zijn de enige westerlingen op de luchthaven en dat blijft zo als we naar Savannah cottages rijden. We konden niet reserveren, daar aangekomen blijkt het onderkomen met kerst en oud en nieuw twee weken dicht te zijn. Wat nu, er is verder in het dorp niets te vinden, de taxichauffeur brengt ons na overleg met de eigenaar van Savannah cottages dan ergens anders heen Villa Monica. Het staat niet in de lonely planet. Daar staat dat er maat twee onderkomens voor westerlingen zijn. Coaster cottages zou vol zitten. Dus wij laten ons verrassen en komen na twintig minuten rijden in een klein dorp met een groot geel huis, Villa Monica. Alleen is er niemand. De buren zeggen dat het wel open is. De taxichauffeur wordt het zat en haalt de spullen uit de auto. Daar staan we dan met al onze spullen en niemand die we verstaan. Na twintig minuten loopt er ineens een oud vrouwtje het terrein van Villa Monica op en laat een kamer zien. Het ziet er prachtig uit, maar we zijn de enigen en kunnen niet met haar communiceren. Ze laat ons dan alleen en vervolgens komt ze terug met een oude man die vloeiend Nederlands spreekt. Hij heet ons welkom, legt uit hoe alles werkt. Op twee honderd meter ligt een prachtig strand, we krijgen volpension en er zal geprobeerd worden een brommer voor ons te regelen. Na beloofd te hebben dat we met vragen bij hem mogen komen, gaan we op verkenning uit. Er zijn 5 slaapkamers en twee balzalen van badkamers, een woonkamer, een grote eetkamer en vooral een groot terras met overkapping en dat alles alleen voor ons. Mama Tita zoals de mevrouw van Villa Monica blijkt de heten, is onvermoeibaar met het ons naar de zin te maken. Ze kookt heerlijk, wast al onze was en is brandschoon. Het hele huis is voorzien van muskieten netten en voor het eerst in deze vakantie hebben we geen last van muggen en ander ongedierte.
Oudjaar gaat in dit kleine dorp aan ons voorbij. Om half tien liggen we uitgeput op bed.