Op het complex zelf is niet veel te beleven, dus gaan we op onderzoek uit op de brommer van het guesthouse. De brommer is even wennen en de helmen zijn heel warm op ons hoofden, maar het windje maakt het aangenaam.
We bezoeken Kota Saparua. De naam is groter dan het stadje zelf. 2 straten vormen het hele plaatsje. Fort Duurstede is weer een overblijfsel uit het Nederlands verleden. We kunnen er echter niet in. Dat is jammer.
Dan rijden we naar Booij, een plaatsje helemaal tegen een heuvel aangebouwd. Trappen vormen de straten verticaal en dan lopen er een paar horizontale verbindingswegen. Het voordeel is dat er hier geen brommers rijden. We hebben weer veel bekijks. In dit dorp woonden veel ex-knillers of familieleden ervan. Er hangt zelfs een bord met in het Nederlands aangegeven dat er gekeolde frisdranken verkrijgbaar zijn.
’s Middags gaan we aan de noordkust snorkelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten