donderdag 12 januari 2012

12 januari Veel Nederlanders in Ambon


Gisterenavond hadden we nog een onverwachte ontmoeting. In de lounge van het hotel was “De staande borrel van de Nederlandse gemeenschap in Ambon”, georganiseerd door  de Nederlandse ambassadeur in Indonesie. We hebben de ambassadeur persoonlijk de hand geschud en een kort gesprek met hem gevoerd. Hij blijkt een neef te zijn van een collega van Sjaak aan de Erasmus Universiteit. We worden al snel gesommeerd deel uit te maken van de Nederlandse gemeenschap en delen mee in versnaperingen die volop worden aangerukt. Gratis bier van de Nederlandse ambassadeur, wie had dat ooit kunnen denken.
’s Morgens aan het ontbijt zijn er nog veel Nederlanders aanwezig en allemaal willen ze graag weten waar we vandaan komen en wat we doen en vooral wat we voor ze kunnen betekenen. Kortom, een aangenaam ontbijt met verassende ontmoetingen.
Vandaag hebben we in Ambon cadeautjes gekocht voor de thuisblijvers. In het grote warenhuis zijn wij graag geziene gasten, omdat de verko(o)p(st)ers hun Engels kunnen etaleren. Niet altijd even goed overigens. 
Verder in de loop van de middag onze koffers gepakt. Het onvermijdelijke einde van de vakantie nadert. Vanavond gaan we nog een keer in New Rati Guru eten en dan vliegen we morgenochtend om 07.00 naar Jakarta.

woensdag 11 januari 2012

Durian


Onze eco lodge is prima, maar voor onze westerse maatstaven laat het toch wel wat te wensen over. De toilet trekt prima door, het water van de douche blijft echter in de gehele douche staan, dus als je even wilt plassen, heb je natte voeten. De stroom is aan van 7 tot 11 uur ’s avonds. Dat heeft wat neven effecten die je op het eerste moment niet zou verwachten, maar er is wel bier, echter niet gekoeld. Het enige wat gekoeld is, is water en verder kan je thee en koffie krijgen. Speciaal voor ons is het bier aangevoerd. De o zo vriendelijke staf begrijpt dus niet waarom Sjaak toch geen bier neemt.
Toch is het jammer dat we weggaan, het is hier een paradijsje, prachtig strand, heerlijk koraal en wij als enige gasten. De terugtocht is voor Indonesische maatstaven heel goed geregeld. Als we ingepakt zijn vertrekt de boot direct. Na een kwartier komen we aan wal en staat de taxi al te wachten. Er wordt een doos in de taxi geladen. Daar zit Durian in en dat stinkt enorm. De hele reis worden we getrakteerd op de weeïge lucht van Durian. De taxi is een Toyota, maar geen 4 x 4. De weg omhoog is onverhard en heel steil. De motor slaat twee keer af en de auto laat zich weer terug zakken. Dan blijkt de laagste versnelling niet te werken, met een hamer en schroevendraaier wordt de versnellingsbak gemaakt. We gaan dan een stuk omhoog tot ie weer afslaat. Intussen doen we een paar schietgebedjes, maar we komen boven. We zijn in twee en een half uur bij de boot en moeten daar twee uur wachten. De boot vertrekt exact op tijd uit Seram en om kwart over vijf  zijn we weer terug in het Swiss Bell hotel in Ambon. We nemen een heerlijke douche en vanavond gaan we een biertje drinken.

9 en 10 januari Seram




Als ontbijt krijgen we gebakken banaan. Heerlijk is dat. Eten is trouwens erg goed hier, wel een beetje veel. ’s Ochtends gebakken banaan, dan een uitgebreide maaltijd met vis, vlees, groenten, rijst en meloen, om 4 uur weer een schaaltje gebakken banaan en vervolgens om 7 uur de hoofdmaaltijd. Als we terug zijn, zullen we weer gaan luisteren naar Sonja Bakker.
Verder doen we hier niet veel. Het koraal is prachtig, dus snorkelen we veel, lopen wat langs de zee en zitten verder in een strandhutje waar we over zee kijken. De mensen zijn heel vriendelijk, maar de communicatie blijft moeizaam. Het boekje “Wat en Hoe Indonesisch” is onmisbaar en zorgt soms voor hilariteit als we ineens in vlekkeloos Indonesisch bedanken voor de heelrijke maaltijd.

8 januari van Ambon naar Seram


Vanmorgen zijn om 07.00 opgestaan om de boot van 09.00 uur te halen. Maar zoals het hier wel vaker gebeurt, blijkt de boot pas om 11.00 te vertrekken. Dat betekent twee uur wachten. Dit keer hebben we eerste klas kaartjes (VIP-tickets) gekocht en dat blijkt het geld meer dan waard. We hebben goede stoelen en airco. We kunnen al om 09.30 aan boord, zodat we in de airco onze tijd kunnen doorbrengen met lezen. Precies om 11.00 uur vertrekt de boot en om 12.45 arriveren op Seram. Daar begint het gebruikelijke getrek aan onze bagage. Een man die een paar woorden Nederlands kent, spreekt ons aan maar zodra hij merkt dat we geen gebruik van zijn diensten willen maken, is hij snel verdwenen. Onze taxichauffeur is snel gevonden en we rijden twee uur en een kwartier over zeer slechte wegen naar een dorpje aan de baai van Sawai. Daar worden per boot naar onze uiteindelijke bestemming, Ora Beach, gebracht. Om ongeveer 16.00 arriveren en we blijken de enige gasten te zijn. We worden gastvrij onthaald, maar moeten wel wachten tot onze kamer gereed is wat tamelijk vervelend is na een lange vermoeiende reis.
Het resort voldoet aan onze verwachtingen en ook onze kamer ziet er voor Indonesische begrippen goed uit. Een minpuntje is dat we geen gekoelde drankjes kunnen bestellen, zoals een mango juice of een heerlijk koud biertje. Ook het Engels gaat het personeel slecht af.
Om 19.00 wordt onze maaltijd geserveerd en dat smaakt voortreffelijk. De rest van de avond brengen we in alle rust door.

zaterdag 7 januari 2012

7 januari Ambon Natsepa


Gisterenavond ging om 9 uur het licht voor onze kamer weer uit. Wij zijn op dat moment nog aan het pakken voor de terugreis. Als dat klaar is, zitten we in het donker op de veranda. Er waait een fris windje, terwijl er een hevig onweer losbarst. Het komt met bakken uit de hemel.
Vanmorgen zijn we om 11.00 vertrokken naar de boot naar Ambon. De boot vertrekt om 11.55 uur. Eerder dan volgens schema! Na een rustige oversteek arriveren we om 13.45 op Ambon. Daar begint het onderhandelen over wie ons mag wegbrengen tegen welke prijs. We moeten onze koffers goed in de gaten houden, maar uiteindelijk arriveren we om 14.15 in het nieuwe resort.
Wat een wereld van verschil. De kamers zijn prima en we nemen de allergrootste die we kunnen krijgen. Dat hebben we wel verdiend, vinden we. Deze keer airco, koelkast, douche, slaapkamer, zitkamer en terras. Alles wat het leven zo aangenaam maakt. We slapen twee uur aan een stuk in een heerlijk bed.
Morgen gaan we naar Seram. We hebben dezelfde luxegraad besproken, inclusief eerste klas op de boot en taxi. We nemen aan dat er opnieuw geen Internet is en dat we weer een aantal dagen onbereikbaar zijn.


Selamat Malan!

6 januari Nusa Laut


Vannacht hebben we beter geslapen. We hebben in ons beste Indonesisch, met handen en voeten, gevraagd of de lamp voor ons huis kon worden uitgezet. Dat gebeurde en daarom was het in elk geval donker. Bovendien hebben we onze zelf meegebrachte lakens aangepast zodat we ook iets koeler lagen. Pas om 07.00 werden we wakker, terwijl we al om 21.00 naar bed zijn gegaan.
Vanmorgen werden we opnieuw geconfronteerd met de niet-organisatietalenten. We hebben afgesproken dat we om 09.00 uur gaan snorkelen. Maar Jan, onze gids, laat het helemaal afweten. Hij verslaapt zijn tijd en komt pas om 09.30 opdagen. Vervolgens moet hij nog een boot regelen en als dat is geregeld, is de benzine op. De benzine moet worden aangevoerd met de boot vanuit Saparua en die arriveert om 12.00. Uiteindelijk vertrekken we om 12.30 uur.
Het wachten wordt echter beloond, want het snorkelen is fantastisch. Door het mooie heldere weer is het zicht zeer goed en kun je heel ver de diepte inkijken. Marjon ziet een schildpad en we zien ook nog twee (jonge) haaien. Om 14.00 zijn we weer terug en wacht ons een voortreffelijke lunch.
De sfeer op Nusa Laut is het beste te vergelijken met de sfeer op een camping in Zuid-Frankrijk. Iedereen is zeer ontspannen en de hele dag is het een komen en gaan van mensen die met jerrycans water halen of zo maar doelloos rondwandelen. Om 17.00 zit iedereen voor het huis naar alle voorbijgangers te zwaaien. Het grote verschil met een camping in Zuid-Frankrijk is dat het drankgebruik in Nusa Laut aanzienlijk beperkter is. Drank is hier duur en de mensen kunnen het zich niet veroorloven veel te drinken.
Morgen vertrekken we naar Ambon. Volgens schema vertrekt de boot om 12.00 uur, maar inmiddels weten we beter. 

5 januari Nusa Laut


In de afgelopen drie weken hebben we in zeer verschillende hotels en pensions overnacht. Van het zeer luxe novotel dat met menig viersterren hotel in Europa kan concurreren tot dit pension. Goed de kamer is heel klein (een bed, amper ruimte voor de tassen en geen kast), maar daar komen we wel overheen. Een douche hebben we niet, er staat en bak waar we wat water uit scheppen en dat is onze mandi. Op zich is dat allemaal prima, maar het bed is net een waterbed. Dit bed zorgt voor veel lichamelijk contact, terwijl het heel heet is. Mijn rug voelt ’s morgens gebroken. Daarnaast huizen er ook nog wat ongewenste kamergenoten in dat bed, luizen genaamd. Verder kan het licht op het terras niet uit, zodat onze kamer gewoon verlicht blijft. Vannacht hebben we dus weinig geslapen. In de ochtend willen we de volgende dag van het eiland af. Aan het ontbijt worden we weer verrast door de uitermate vriendelijke eigenaren, die alles voor ons willen doen. De communicatie gaat met boekjes en gaat redelijk. We komen erachter dat de boot naar Ambon zaterdag pas om 12 uur gaat. We zullen hier dus nog 2 nachten moeten blijven. Er gaat ook geen boot naar Saparua, ook deze gaat pas op zaterdag.
Als we dat verwerkt hebben, besluiten we dat we genoeg hebben van het leven zonder luxe en dat we hierna alleen nog echte hotels nemen met douche. We voegen meteen de daad bij het woord en bellen meteen een hotel op Ambon voor een nacht als we zaterdag aankomen. Dat hotel kan een arrangement verzorgen op Seram, het laatste eiland dat we zondag tot woensdag zullen bezoeken en waar we eerst ook weer in een onderkomen als dit zouden slapen, maar we besluiten luxer te gaan.
De zoon van de eigenaar, Jan regelt voor ons een boot en gaat mee snorkelen. Het rif is prachtig, net zo mooi als we al gezien hebben. Heel wat vrolijker komen we om 12 uur weer bij het guesthouse aan. Er staat voor ons een heerlijke lunch klaar met een lachende Lily die ons vraagt hoe het snorkelen was. Het leven lacht ons weer toe.
In de middag verkennen we het eiland op de brommer en dat vereist flink veel stuurmanskunst van Sjaak. We rijden over een brug gemaakt van boomstammen met de ruimte ertussen opgevuld met stenen, over hele smalle en steile wegen, verhard en onverhard. Soms doen we een schietgebedje, maar we komen heelhuids aan in Sila. Daar staat weer een Nederlands Fort Beverwijck. Het lijkt op Fort  Amsterdam, maar kleiner. Als we terug gaan, worden we nog verrast door een tropische regenbui. We schuilen onder de kokospalmen en blijven droog. Gelukkig valt er geen kokosnoot op onze hoofden.

We zijn de enige blanken op het eiland (21 km in de rondte) en krijgen veel bekijks als we op de brommer voorbij komen. Sjaak rijdt en Marjon zwaait. Al met al opnieuw een prima dag. Hopelijk kunnen we vannacht beter slapen.

4 januari naar Nusa Laut


Vandaag zijn we vertrokken naar Nusa Laut. Vanuit Saparua is dat ongeveer 1,5 uur varen met de boot die ’s morgens de mensen van Nusa Laut naar de markt in Saparua heeft gebracht. Bij vertrek kiezen we er voor buiten op het dek een plaatsje te zoeken, omdat het beneden overvol is. Achteraf hadden we dat beter niet kunnen doen, want halverwege pakken zich donkere wolken samen en trekt de wind flink aan. Met nog ongeveer een half uur varen barst de bui los en begint het enorm te waaien met zeer hoge golven tot gevolg. Zelfs de lokale bevolking maakt zich een beetje zorgen, want een enorme hoge golf zorgt ervoor dat wij flink slagzij maken. We moeten ons zelf en onze spullen heel goed vasthouden. Als we dichter bij Nusa Laut komen neemt de golfslag iets af, maar de boot moet toch een flink eind buiten de kust blijven. We moeten overstappen op een kleine hevig schommelende boot. Een hele kunst voor landrotten zoals wij. Uiteindelijk lukt dat ook en om ongeveer 13.00 uur zetten we drijfnat voet aan wal. Opnieuw een wel heel bijzondere ervaring rijker.
We vinden al snel twee bromfietsers die ons naar het guesthouse willen brengen waar we allervriendelijkst worden ontvangen. Ons boekje ‘Indonesisch op reis’ komt ons nu heel goed van pas, want met Engels komen we niet ver. Met handen en voeten komen we er echter wel uit.
’s Middags eerst maar even van de schrik bekomen en daarna wat rondgewandeld door het dorp Mahu. De huisjes zien er keurig verzorgd uit, maar zijn bescheiden. Op straat roepen de kinderen ons na: ‘belanda’ (blanke). Ze zien hier niet veel toeristen en zo zijn zij en wij een bezienswaardigheid. Het is heel rustig in het dorp. Zo rustig zelfs dat de biggetjes vrij rond kunnen lopen.
Aan het einde van de middag nog even gesnorkeld, maar dat valt tegen. Het koraal is dood en we hebben weinig zicht in de diepte, omdat het vrij donker weer is. Daarna genieten we van de rustige sfeer op het eiland. 

3 januari Saparua


’s Ochtends verkennen we Sparua weer op de brommer. We komen onder andere in Ouw waar ze pottenbakken. ’s Middags willen we weer gaan snorkelen, maar het regent vanaf 1 uur aan 1 stuk door en dus zitten we op ons terras en leest Sjaak stukken door voor zijn afscheidsrede en maakt Marjon het reisverslag weer volledig.
We zitten hier wel geisoleerd, internet is er niet, de mobiele telefoon heeft niet altijd ontvangst en de electriciteit valt regelmatig uit.

2 januari op de brommer Saparua verkennen


Op het complex zelf is niet veel te beleven, dus gaan we op onderzoek uit op de brommer van het guesthouse. De brommer is even wennen en de helmen zijn heel warm op ons hoofden, maar het windje maakt het aangenaam.
We bezoeken Kota Saparua. De naam is groter dan het stadje zelf. 2 straten vormen het hele plaatsje. Fort Duurstede is weer een overblijfsel uit het Nederlands verleden. We kunnen er echter niet in. Dat is jammer.
Dan rijden we naar Booij, een plaatsje helemaal tegen een heuvel aangebouwd. Trappen vormen de straten verticaal en dan lopen er een paar horizontale verbindingswegen. Het voordeel is dat er hier geen brommers rijden. We hebben weer veel bekijks. In dit dorp woonden veel ex-knillers of familieleden ervan. Er hangt zelfs een bord met in het Nederlands aangegeven dat er gekeolde frisdranken verkrijgbaar zijn.
’s Middags gaan we aan de noordkust snorkelen.

1 januari van Ambon naar Saparua


Gisterenavond verloopt anders dan we dachten. Als we de straat op gaan, zijn er veel militairen en politie op straat. Op elke hoek staat wel iemand. Ze verwachten bijkbaar relletjes. Wat lastiger is, is dat alle restaurants gesloten zijn. Uiteindelijk komen we bij een heel kleine Rumah Makan. Dit is waar de gewone jongen eet. We wijzen aan wat we hebben willen en eten uiteindelijk voor €3,20 met z’n tweeen. We krijgen weer veel te veel, 2 kippenpoten per persoon en een gedeeld bakje rundvlees, twee bakjes groente en heel veel rijst. Te drinken krijgen we mierzoete ijsthee. Dat laten we maar achter. Daarna gaan we terug naar het hotel. Sjaak kijkt naar een voetbalwedstrijd van Manchester en Marjon valt in slaap. Om 12 uur barst het vuurwer los, samen met heel harde muziek. We kijken vanuit onze kamer over de stad en hebben een prima plaats om het vuurwerk goed te zien. Daarna proberen we te slapen, maar vanwege de herrie die pas om 6 uur ophoudt is dat niet eenvoudig.
Om tien uur staat onze chauffeur Danny weer met zijn auto. Hij brengt ons in drie kwartier naar Tulehu. Daar liggen boten te wachten totdat er voldoende mensen zijn om over te steken. Danny onderhandelt wat met de schipper. Als we de dubbele prijs betalen (ipv 4 8 Euro), dan vertrekt de boot direct. Uiteraard doen we dat en na een kwartier varen we al weg. De boot is 5 kwartier later in Haria op Saparua.
Het kost enige moeite om weg te komen uit Haria. Mahu, waar we heen moeten, ligt op 15 km afstand. De bedoeling was dat we Paul van het guesthouse zouden bellen en hij zou ons dan ophalen. We krijgen hem niet te paken. Het hele dorp bemoeit zich ermee en wil een slaatje slaan uit ons. Uiteindelijk is er een man van de Indonesische marine die ons uit de brand redt. Hij regelt twee brommers voor ons en de jngens brengen ons na wat omzwervingen bij ons nieuwe guesthouse.
Paul ontvangt ons daar in het Engels. De huisjes zijn heel eenvoudig, maar het bed is prima, met een prima ventilator boven het bed. Rondm de huisjes ligt een prachtige tropische tuin.
Het zwembad is nodig toe aan een opfrisbeurt. Het water is vies en de tegeltjes waren ooit blauw.
’s Avonds eten we met 2 andere Nederlanders die ons wat over het eiland vertellen.