Dinsdag 15 december 2009
Vanochtend na het ontbijt proberen we een Tuk Tuk te charteren voor 5 uur. De man begrijpt geen woord van wat we hem vertellen. Een ander komt er bijstaan en zegt: “Hebben jullie niet liever iemand die goed Engels spreekt?”. Nu dat hebben we. Voor vijftien dollar rijdt hij ons rond.
Als eerste brengt hij ons via allemaal dorpjes waar de kinderen zwaaien en afhankelijk van de leeftijd Hallo of Sdei roepen. Wij zwaaien terug en ik voel me Maxima. We zijn ook op brommers na het enige gemotoriseerde voertuig. De wegen zijn onverhard en heel erg stoffig. We komen langs een school waar we ook een bezienswaardigheid zijn. Vooral de Tuk Tuk is voor een kleine jongen onweerstaanbaar. Hij kimt erin, maar moet er weer uit.
Dan komen we bij de Bamboo-train. Dit is het vreemdste vervoermiddel dat ik ooit gezien heb. De overeenkomst met een trein is dat het op rails rijdt. Het bestaat uit twee assen met ieder twee wielen met een bamboevlonder erop.
Een dieselmotortje dient als krachtbron, een leren riem als aandrijfsnaar en klaar is Kees. Wij gaan erop zitten en rijden maar. Met een gangetje van 30km per uur en net boven de grond rijden we over het Cambodjaanse platteland. Rijstvelden aan beide zijdes.
Alles gaat goed totdat er een tegenligger op dit enkelspoor aankomt. Wij waren het lichtst beladen en moesten er dus af. Samen tillen de 2 bestuurders de vlonder en assen van de rails en als de tegenligger voorbij is gaan we weer verder. Het eindpunt is een heel klein dorpje waar we wat water kopen. De bewoners zijn zeer geïnteresseerd in ons en vooral in de visitekaartjes met de honden erop. Vriendelijk worden we uitgewuifd als we weer vertrekken. Er stapt nu ook een mevrouw met manden en een fiets aan boord.
Weer terug bij de Tuk Tuk gaan we verder langs de rijstvelden, kleine doprjes en erg stoffige wegen. We worden weer overal toegewuifd en zien de ossen hun werk doen. Mensen rusten vanaf 11 uur. Het is vandaag een heel warme dag, ook voor hen. Uiteindelijk komen we bij Phnom Sampeu, zo’n 20 km ten zuidwesten van Battambang en al van verre te zien. De heuvel steekt overal bovenuit. Met twee brommers worden we naar boven gebracht. Eerst komen we bij een grot. In deze grot liggen allemaal schedels. Ook dit is een killing field. Er naast staat een klooster. Dit klooster werd gebruikt as gevangenis. Tijdens ondervragingen werden mensen doodgeknuppeld en door een gat in bovenkant van de grot naar beneden gegooid. Nu is het een vredige plaats, waar een Boedha staat als gedenkteken. Een non en een man vragen om een aalmoes en die geven we hen. We krijgen van de oude non armbandjes voor geluk cadeau en veel wats (buigingen) en een glimlach van oor tot oor.
Na de grot beklimmen we een trap en komen bij een heel grote Boedha. Ook dit is onderdeel van het gedenkteken. Dan weer achterop de brommer naar boven. Het uitzicht is daar magnifiek. Er staat ook nog een pagode.
Dan de berg weer naar beneden. Het is heel steil, dus klemmen we ons vast. Vervolgens weer in de Tuk Tuk en om twee uur zijn we weer bij het hotel.
De rest van de middag hebben we aan het zwembad doorgebracht. Het is te heet om iets te doen. Tegen 7 gaan we weer naar de stad een hapje eten. Nu in een restaurant waar veel Khmer komen. Het is een drukte van belang en weer is het eten lekker. Daarna zijn we nog even onze mail wezen checken bij een internetcafe. Morgen kan ik hopelijk deze berichten weer publiceren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten